Dyscalculieonderzoek

Bij Quadraat doen we onderzoek naar moeilijkheden die leerlingen op school kunnen ervaren.

 

Individueel onderzoek naar dyscalculie

 

Indien er sprake is van ernstige, hardnekkige met rekenen en/of wiskunde komt uw kind mogelijk in aanmerking voor een dyscalculieonderzoek. Dit onderzoek bestaat uit:

  • Het verzamelen van reeds beschikbare diagnostische informatie, zoals:

    • Wat is het rekenniveau van het kind?

    • Wat is er al gedaan aan de problemen van het kind door school, of door anderen en wat zijn daarvan de resultaten?

    • Komt dyscalculie voor in de familie?

    • Zijn er nog andere (leer)problemen?

  • Het onderzoek zelf wordt uitgevoerd met gestandaardiseerde, betrouwbare testmiddelen. In de meeste gevallen wordt ook de intelligentie bepaald.

Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van dyscalculie, krijgt het kind een dyscalculieverklaring. De resultaten van het onderzoek worden altijd besproken in een adviesgesprek met de onderzoeker. In overleg vindt dit gesprek, in sommige gevallen, plaats op de (basis)school.

“Er zijn strikte richtlijnen omtrent rekenonderzoek. Het is dan ook niet altijd mogelijk om dyscalculie vast te stellen. Een handelingsgericht onderzoek biedt school en ouders in dat geval inzicht in de achterstanden en leidt tot passende adviezen.”

— Ilse Kipp, schoolpsycholoog

Diagnostische criteria

 

Om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor de leerstoornis dyscalculie, wordt bij Quadraat gebruik gemaakt van het Protocol Dyscalculie: Diagnostiek voor Gedragsdeskundigen (protocol DDG) en de DSM-V. Om de diagnose te kunnen stellen, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • Er is sprake van ernstige problemen met het aanleren en/of toepassen van reken/wiskundevaardigheden die zich reeds gemanifesteerd hebben tijdens de basisschoolperiode, binnen het domein Getallen en Bewerkingen.

  • Het niveau van de rekenvaardigheden is significant lager dan hetgeen van de leerling, gegeven diens leeftijd en omstandigheden, verwacht kan worden.

  • De achterstand blijft bestaan, ook wanneer gedurende een periode van minimaal 6 maanden, gedurende minimaal 1 uur per week, voorzien is in adequate remediërende instructie en oefening.

  • De rekenproblemen kunnen worden toegeschreven aan numerieke tekorten of tekorten in niet-numerieke vaardigheden die ten grondslag liggen aan het leren rekenen.

  • Er zijn geen aanwijzingen dat de bovengenoemde problemen te wijten zijn aan een ontwikkelingsachterstand of –stoornis, neurologische, sensorische of motorische stoornissen en/of omgevingsfactoren.

“Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn.”

— Protocol ERDW

Onze doorgaande lijn

 

Onderzoek

Handelingsgericht onderzoek naar moeilijkheden die kinderen en jongeren op school kunnen ervaren.

Begeleiding

Specialistische begeleiding van kinderen en jongeren met leerproblemen of een leerstoornis.

Ondersteuning

Ondersteuning van middelbare scholieren bij het maken van opdrachten en het leren van toetsen.

Volgende
Volgende

Dyslexieonderzoek